In het lager onderwijs krijgen zes- tot twaalfjarigen met rekenen en taal de meest elementaire vaardigheden onderwezen. Voorts maken kinderen op die leeftijd kennis met tal van andere vakgebieden, zoals wereldoriëntatie, muzische vorming en meer.
Stapsgewijs wordt het wereldbeeld van deze leerlingen verbreed en uitgediept. Het lager onderwijs heeft dan ook een belangrijke functie in de vorming en ontwikkeling van elk kind.