Sett sprak met Isabelle Truyen, algemeen directeur van Scholengroep 20
Sett sprak met algemeen directeur Isabelle Truyen van Scholengroep 20 over het belang van een aangepaste leeromgeving die een getransformeerde werking ondersteunt.
In 2021 opende het GO! Atheneum Zottegem een nieuw schoolgebouw voor basisschool en eerste graad middelbaar, ontworpen in samenwerking met Alheembouw, architectenbureau B2Ai en de Nederlandse architecte Rosan Bosch.
Sandra van Sett: Hoe zijn jullie van start gegaan?
Isabelle Truyen: De eerste oefening ter voorbereiding in 2019 was een interne reflectie over wat de school, de leerlingen en het team nodig hebben, om een gebouw te kunnen neerzetten dat aan die eisen beantwoordt: Hoe leren leerlingen leren, hoe geef je les en in welke ruimte doe je dit best? Dit is de basis, want leren kan op heel veel verschillende manieren. Leerlingen kunnen veel leren van elkaar, van internet, van leerkrachten en van boeken. Dit kan alleen gerealiseerd worden als de leeromgeving hierop is aangepast.
De visie van de scholengroep op innovatief onderwijs is onder meer ontstaan door ervaringen in het GO! Atheneum Herzele, waar er met beperkte middelen al oude klaslokalen waren omgebouwd tot open leerruimtes. De ervaringen van deze school waren erg belangrijk bij het ontwerpen van het nieuwe gebouw in Zottegem, en we leren nog elke dag.
In Zottegem hadden we een grote nood aan een nieuw gebouw, de fysische norm (leerlingenaantal tov beschikbare oppervlakte) werd overschreden en zo konden we op een relatief korte termijn een nieuwbouw neerzetten. Dit deden we in samenwerking met Alheembouw, B2Ai Architecten en Rosan Bosch, een Nederlandse interieurarchitecte die in Denemarken actief is en één van de eersten die de link maakte tussen het belang van architectuur en de invloed ervan op pedagogische processen.
Sandra van Sett: Jullie innovatieve werking gaat dus hand in hand met de architectuur. Hoe ondersteunt de leeromgeving het leren concreet?
Isabelle Truyen: We hebben gekozen voor flexibele leerruimtes en een grote diversiteit aan ruimtes. Dit maakt het mogelijk om verschillende didactische methoden toe te passen. Zo kan er in een instructieruimte klassiek frontaal lesgegeven worden, terwijl in een werkruimte meer autonoom of in groep gewerkt kan worden. Hier wordt het tempo deels meebepaald door de leerlingen, die eventueel trager maar ook sneller kunnen werken.
Een ander belangrijk aspect is de organisatie van de school. Door te werken met de klassiek tijdsloten van 50 minuten, is het moeilijk om op een andere manier te werken. Een oplossing hiervoor is om te werken in clusters van vakken, zodat er meer marge is om op een andere manier te werken.
Een voorbeeld hiervan is de bovenste verdieping van het atheneum in Zottegem, waar een taallabo is ingericht voor Frans, Nederlands en Engels. Hier werken 120 leerlingen van het eerste jaar samen in een cluster, onder begeleiding van een team van hun 8 taalleerkrachten. De leerlingen zitten hier 12 uur per week, verdeeld over 3-4 uur per keer.
Sandra van Sett: Hoe heb je het team en de leerlingen betrokken?
Isabelle Truyen: We hebben ingezet op het wegnemen van het concept van de klas met één leerkracht vooraan, en focussen nu op teamteaching. Dit was natuurlijk een ingrijpende verandering voor het team, maar we merken dat het voordelen heeft voor het team van leerkrachten die samen werken, elkaar kunnen steunen en meer kunnen bieden aan de leerlingen. Teamteaching kan in bepaalde situaties ook een tijdelijk oplossing bieden in een tijd van acuut lerarentekort.
Niet elk model kan zomaar gekopieerd worden van school tot school, niet de muren zijn het belangrijkst op school, maar de mensen erin. Elke school is uniek, contextgegevens zoals het socio-economische profiel , de noden in functie van de de aanwezige studie richtingen en de bereidheid van het team zijn belangrijke factoren. Leerkrachten moeten ondersteund en begeleid worden. Er wordt ingezet op professionalisering, met onder meer workshops voor het lerarenteam georganiseerd zodat iedereen betro kken wordt in dit nieuwe concept.
De leerlingen zijn enthousiast over het nieuwe gebouw, de veranderingen in het pedagogisch project en de aangename leeromgeving. We hebben wel geleerd dat leerlingen vragende partij zijn voor een evenwichtige situatie waar de leerkracht ruimte krijgt om op een klassieke manier kennis door te geven maar evenzeer voor variatie in didactische leervormen. . Ze willen hun leerkracht in hun kracht zetten en hun vakkennis respecteren. Dit nieuwe systeem vraagt heel veel structuur en afspraken vooraf met de leerlingen, maar we zien dat ze zich heel goed aan die afspraken houden. In een zogenaamd klassiek systeem zit alle autoriteit bij de leerkracht vooraan. Op onze school hebben de leerlingen dat eigenaarschap over hun leren meer in handen en is de autonomie weer in balans.
Sandra van Sett: Wat wil je nog meegeven aan een school die voor een renovatie of een nieuwbouw staat?
Isabelle Truyen: Het belangrijkste is om je visie op onderwijs duidelijk uit te werken. Het schoolgebouw of een deel ervan zal hierop aangepast moeten worden. Het bewustzijn rond het belang van een aangepaste schoolomgeving is pas recent gewijzigd, de richtlijnen en standaarden waren de afgelopen 150 jaar niet veel veranderd.
Binnen de lerarenteams bestaat vaak de angst dat de rol van de leerkracht kleiner wordt. Dit is echter niet het geval, want er zijn veel verschillende manieren om kennis over te dragen. Zo kunnen er korte instructies worden gegeven, maar ook langere masterclasses voor verschillende groepen tegelijkertijd in plaats van drie keer een les parallel te geven.
Veranderingen kunnen angst oproepen, begeleiding vraagt hier dan ook vaak veel tijd. Maar laat dit je niet afschrikken om te innoveren en uit te proberen, een school bouw je samen met je team!