Neem je als kleuterleraar vooral een zorgende houding aan waarbij je je kleuters zo veel als mogelijk vrij laat spelen? Of zet je het leren centraal door je kleuters al expliciet geletterdheidsvaardigheden aan te leren? Binnen het huidige onderwijsdebat lijkt het vaak of je moet kiezen voor het een of het ander. Maar niets is minder waar.Binnen effectief en krachtig kleuteronderwijs grijp je als kleuterleraar speel- en zorgmomenten aan als rijke (taal)leermomenten, terwijl je leermomenten vanuit een zorgende houding aanpakt. Zorgzame speel- en leermomenten kortom! Zo kunnen kleuters hun talenten ten volle ontplooien en laat je hun (taal)ontwikkeling op volle toeren draaien. En zo leg je de basis voor een vlotte overgang naar het lager onderwijs.
In deze lezing tonen we hoe je àlle zorg-, speel- en leermomenten in de kleuterklas doelbewust en gepland aangrijpt als krachtige taalleerkansen. We maken concreet hoe je voorleesmomenten, spel, muzische en bewegingsactiviteiten, maar ook dagelijkse routines, zoals jasjes aantrekken of etenstijd, boordevol taal steekt. Tot slot breken we de muren van de kleuterklas open en tonen we hoe je ook taalkrachtige bruggen kan bouwen naar de thuisomgeving van je kleuters. We vertrekken hiervoor van zeven wetenschappelijk onderbouwde didactische principes voor taalkrachtig onderwijs. We baseren ons op het recent verschenen handboek Boordevol Taal: didactiek Nederlands voor het kleuteronderwijs.