Je hebt in de schoolpraktijk te maken met meertalige leerlingen. In deze workshop wordt je je bewust dat hun thuistaal/talen onderdeel zijn van hun identiteit: ‘To reject a child’s language in the school is to reject the child’ (Cummins, J. 2008).
1. Wat weet jij van de thuistalen van je leerlingen? Je bezoekt een site waarop je thuistalen kunt vergelijken met het NL. Wat betekenen de verschillen voor de leerling?
2. Je gaat beseffen dat leerlingen in hun thuistaal al woordenschat (kennis) hebben opgebouwd. Die kan als hefboom fungeren om het Nederlands makkelijker te leren. Hoe pak je dat aan? Je brengt in kaart wat je (misschien) al doet. Aan de hand van twee modellen worden voorbeelden uit de praktijk gegeven en bekijk je op welk niveau deze zich in het model bevinden.
3. Met andere deelnemers bedenk je (of ga je op zoek) naar ondersteunende activiteiten met behulp van de thuistaal, passend bij de gegeven modellen.
Vooraf aan elk onderdeel krijg je een stukje theorie.
Nodig materiaal: je laptop.
VOLZET -Meertalige leerlingen ondersteunen met behulp van de thuistaal.
Spreker(s)
Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
Email
*KO = kleuteronderwijs; LO = lager onderwijs; SO = secundair onderwijs; HO = hoger onderwijs; VO = volwassenenonderwijs; BULO / BUSO = buitengewoon onderwijs